
Gratis de wereld rondreizen en er nog voor betaald krijgen ook: wat een droombaan! Wil jij dat ook? Dan is de Masterclass Reisjournalistiek iets voor jou. Op deze pagina kun je de online cursus boeken. Let op, de Masterclass Reisjournalistiek is er in drie varianten: Economy, Business en First. Wil je eerst meer weten? Alle informatie vind je op de voorpagina. Of doe de gratis proefles.
Masterclass Reisjournalistiek • Inhoudsopgave
Masterclass Reisjournalistiek • les 1
Reisjournalist: droombaan of hard bestaan?
Bungelen in je hangmat boven een bountystrand, de mooiste plekken op aarde ontdekken en cocktails drinken met je blote voeten in het warme zand. De reisjournalist heeft een droombaan. Wie wil dat nou niet? Maar wacht, ís het eigenlijk wel zo’n droombaan? Dat lees je in les 1 van de Masterclass Reisjournalistiek.
Voorwoord
“Je creëert je eigen concurrentie, dat snap je, hè?” Dat zei een vriend tegen me toen ik hem vertelde over mijn plannen voor een Masterclass Reisjournalistiek.
Tijdens het schrijven van deze cursus dacht ik vaak: ‘Nee, dat haal ik eruit, want het is te privé.’ Of: ‘Oei, dit zet ik er niet in, want het is een goed idee en dat wil ik zelf doen.’ Waarom zou ik jullie nou echt álle ins en outs over de reisjournalistiek prijsgeven, inclusief goed bewaarde geheimen als honoraria, staande praktijken en slimme foefjes? Na even op mijn tanden bijten, besloot ik telkens om die onderwerpen juist wél te laten staan.
‘Binnen een paar weken ken je alle geheimen van de reisjournalistiek,’ schreef ik maanden geleden, voordat ik ook nog maar een letter op papier had gezet. Ik denk dat deze cursus dat waarmaakt: je leest bijvoorbeeld hoeveel een reisreportage in de krant oplevert, wat je moet doen om uitgenodigd te worden voor persreizen en hoe je geld kunt verdienen met je reisblog. Alle lessen zijn voorzien van concrete voorbeelden en handige lijstjes met praktische tips.
Waarom? Omdat ik denk dat je daar wat aan hebt. Je hebt voor deze cursus betaald, dan móet je er ook iets aan hebben. Daarom neem ik geen blad voor de mond, verklap ik inderdaad alle geheimen en ga ik regelmatig zelf met de billen bloot, met pikante (nou ja, in ieder geval openhartige) onthullingen uit mijn eigen praktijk. Uit deze cursus blijkt ook dat jij niet als enige op zoek bent naar het gouden ei. Iedereen is dat. Het zijn turbulente tijden in de journalistiek in het algemeen en de reisjournalistiek in het bijzonder. Menigeen worstelt met dezelfde vraag: hoe kan ik de kost verdienen door de wereld rond te reizen?
Ook ik heb daarmee te maken: in de afgelopen dertien jaar kwam het overgrote deel van mijn inkomsten uit reisreportages voor kranten en tijdschriften. Net als veel andere journalisten heb ook ik te lang gewacht met het maken van de omslag van print naar online. Ook ik ben op zoek naar een nieuw verdienmodel, waardoor ik kan blijven doen wat ik graag doe – schrijven over reizen – en er mijn brood mee kan blijven verdienen. Want zelfs voor iemand met 13 jaar ervaring en een mooi portfolio is dat in deze turbulente tijd geen vanzelfsprekendheid.
Er woedt een orkaan door medialand. Je hebt een uitdagend moment uitgekozen om als reisschrijver aan de slag te gaan. Terwijl kranten en tijdschriften sneuvelen, ontstaan online nieuwe mogelijkheden. Hopelijk biedt deze cursus je alle handvatten om je door die storm te loodsen, op weg naar een kansrijke carrière als reisschrijver. Ik wens je alle succes van de wereld!
Je docent,
P.S. In deze cursus wordt meestal gesproken over ‘de reisjournalist’ en ‘de reisjournalistiek’. Dat is vooral om het overzichtelijk en concreet te houden, want de cursus is ook nuttig en leerzaam voor reisschrijvers, reisbloggers en voor iedereen die op de een of andere manier schrijft over reizen. Interpreteer die woorden dus gerust op de manier die past bij jou.
De uitrusting van de reisjournalist
Welke spullen heb je nodig om je werk te kunnen doen?
Werkplek
Computer
Randapparatuur
Software
Pen & papier
Fotocamera
Videocamera
Reputatie
Journalistieke genres
Laten we het journalistieke handwerk als nieuwsberichten, interviews en columns buiten beschouwing, dan heeft de reisjournalist slechts een beperkt aantal journalistieke of literaire genres tot zijn beschikking om zijn verhaal te vertellen. Hieronder staan ze kort en krachtig op een rij, van het egodocument tot de reisroman.
Het persoonlijke reisverslag
Geschreven in chronologische volgorde en in de eerste persoon is het reisverslag vooral een egodocument. Vaak is de bestemming ondergeschikt aan de schrijver; hij verhandelt uitvoerig maar zonder al teveel inhoud over ingepakte koffers, vliegtuigvertragingen en ontmoetingen met mede-rugzaktoeristen, liefst uit eigen land. Het reisverslag is niet bestemd voor een breder publiek, maar voor het thuisfront. Negen van de tien reisblogs vallen in deze categorie.
Het korte reisartikel
Een eeuw geleden kregen reisschrijvers nog ruim baan; voor een goed reisverhaal werden zomaar twintig pagina’s uitgetrokken. Nu zijn reisreportages in tijdschriften vaak niet langer dan duizend woorden, in kranten de helft en op internet nog korter. Vaak zijn die microreisverhalen van matige kwaliteit; er is weinig plek voor sfeerbeschrijvingen of enige diepgang. Maar naar deze vorm is steeds meer vraag, dus wees een meester op de vierkante centimeter.
Het vergaarverhaal
Lezers zijn dol op lijstjes – websites als Buzzfeed en Huffington Post bestaan bij de gratie ervan – en zowel redacteuren als journalisten weten dat. De 10 geheimste musea van Parijs, de 5 mooiste treinreizen van Noorwegen, de 7 hoogtepunten van Sydney: ze gaan erin als koek. Voor een flink verhaal moet je op reis of je harkt eerdere reiservaringen bij elkaar. Maar lijstjes met korte tekstjes kan je ook vanachter je bureau maken; zoek een verbindend thema en schrijven maar.
De reisreportage
De meest voorkomende vorm; een langer verslag van een reis, waarin de auteur zijn ervaringen beschrijft. Hoewel een zekere mate van dichterlijke vrijheid geoorloofd is, blijft de reisreportage redelijk dicht bij de realiteit. Niet de auteur staat voorop, maar zijn observaties, opgetekend met stijl en schwung. Een goede reisreportage is onderhoudend, informatief en humoristisch, maar vooral zo beeldend geschreven dat deze de lezer opslokt en het gevoel geeft dat hij er zelf bij is.
Het literaire reisverhaal
De reisreportage zoals hierboven omschreven is luchtig en licht verteerbaar. Daarnaast bestaat het literaire reisverhaal, waarbij plot en stijl prevaleren boven bestemming en informatie. Het literaire reisverhaal is vaak in boekvorm gegoten, of in ieder geval in longform; een lang verhaal dus, soms gepubliceerd als cyclus. Let wel: je moet een groot literator zijn om een goed literair reisverhaal te kunnen schrijven, anders leidt het geheid tot tenenkrommende mooischrijverij.
Het reisessay
Een essay is een subjectief, beschouwend en gelaagd betoog dat de lezer aanzet tot denken. Het reisessay is uiteraard de reisvariant daarvan. De schrijver focust op een specifiek thema, zoals een persoonlijke zoektocht, een lokale traditie of een episode uit de geschiedenis. Hij geeft zijn eigen bespiegelingen en bevindingen, schrijft in de eerste persoon en speelt dus zelf een hoofdrol, maar anders dan het dagboekachtige egodocument is het reisessay van hoog literair niveau.
De reisgids
Anders dan de andere beschreven genres dient de reisgids een louter informatief doel: de reiziger wegwijs maken. Zowel voor vertrek als op de bestemming wordt hij geïnformeerd over de geschiedenis, taal, beste reistijd, openbaar vervoer, restaurants, hotels en attracties. Een goede reisgids bevat daarom zowel uitmuntend geschreven inleidende hoofdstukken met aanlokkelijke foto’s als overzichtelijke listings met bondige beschrijvingen en bruikbare plattegrondjes.
De reisroman
In de reisroman wendt de schrijver zijn reiservaring (of researchkwaliteiten) aan voor het vertellen van een fictief verhaal dat zich afspeelt op een locatie die een prominente rol speelt. Een reisroman bevat vaak autobiografische elementen; de gebeurtenissen zijn daadwerkelijk voorgevallen, maar gedramatiseerd. Ook de schrijver van het literaire reisverhaal permitteert zich vaak veel dichterlijke vrijheid, dus soms is het onderscheid met de reisroman moeilijk te maken.
Een hot topic in de journalistiek is storytelling; een nieuwerwets modewoord voor journalisten die niet zomaar sec het nieuws brengen, maar een verhaal vertellen. De reisschrijver doet dat al eeuwen. Daar zijn eigenlijk dus maar een paar formules voor – maar met het verhaalgenre ben je er nog niet; daarna moet je nog het perspectief, de toon en de stijl kiezen. Er zijn er duizend-en-een manieren om je verhaal te vertellen. Verderop in deze cursus wordt daar nog uitgebreid op teruggekomen.
Het hedendaagse reisverhaal
Tegenwoordig is de hele wereld wel ontdekt en scoren reisschrijvers alleen nog als ze grote literatoren zijn. In ons eigen taalgebied voeren Cees Nooteboom en Lieve Joris de lijst aan, in het buitenland worden Chatwin, Theroux en Kapuściński gerekend tot de grootheden van de hedendaagse reisliteratuur. Die laatste treedt in zijn laatste boek in de voetsporen van Herodotos – en daarmee is de cirkel rond.
1971 • Bomans & Wolkers op Rottumerplaat


Godfried Bomans – Dagboek van Rottumerplaat
In mijn geboortejaar doen schrijvers Godfried Bomans en Jan Wolkers Robinson Crusoe nog eens dunnetjes over. Op verzoek van de VARA brengen ze in de zomer van 1971 na elkaar elk een week door op het onbewoonde Waddeneiland Rottumerplaat. Hun enige contact met de buitenwereld: een live-radiogesprek van tien minuten met presentator Willem Ruis. Bomans en Wolkers zijn elkaars tegenpolen, zoals blijkt uit de totaal verschillende manieren waarop zij hun week afzondering beleven. Heer Bomans wordt ziek, kwijnt weg, beleeft bange nachten en is dolblij als hij weer opgehaald wordt. Natuurvriend Wolkers daarentegen komt tijd tekort, sluit vriendschappen met scholeksters en zeehonden en bouwt als kunstproject een hek rond het eiland, compleet met een voordeur en deurbel. Wolkers wordt voorgoed een Waddenman en verhuist later van Amsterdam naar Texel. Zijn dagboek Groeten van Rottumerplaat verschijnt in 1971. Bomans overlijdt enkele maanden na het eilandavontuur. Zijn Dagboek van Rottumerplaat verschijnt postuum in 1972. In 2006 verschijnt het audioboek Alleen op een eiland met 6 cd’s, met daarop alle geluidsopnamen van dit monument in de radiogeschiedenis. [SG]
1975 • Paul Theroux – De grote spoorwegcarrousel
1977 • De Zwerversjaren-trilogie

In 1933 vertrekt de 18-jarige Brit Patrick Leigh Fermor vanuit Hoek van Holland te voet naar Constantinopel. Het eerste deel van zijn reisverhaal – van Nederland langs de Rijn door nazi-Duitsland, Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije naar Boedapest – verschijnt pas vier decennia later in boekvorm. Na Een voettocht langs Rijn en Donau (1977) is het tien jaar wachten op het vervolg: Tussen wouden en water (1986) voert over de Grote Hongaarse Laagvlakte en via Transsylvanië door de Karpaten naar de IJzeren Poort op de grens van Joegoslavië en Roemenië. Het derde deel, over de reis van Roemenië via Bulgarije naar Constantinopel, dreigt er nooit te komen – totdat jaren na dato in een Roemeens kasteel Leigh Fermors verloren aantekeningen worden teruggevonden. Maar voordat het laatste boek is afgerond, overlijdt hij in 2011 op 96-jarige leeftijd – een necrologie in de New York Times omschrijft Leigh Fermor als ‘een kruising tussen Indiana Jones, James Bond en Graham Greene’. Reisschrijver Colin Thubron en biograaf Artemis Cooper voltooien het boek op basis van aantekeningen en een eerste concept en in 2013 verschijnt Een onvoltooide reis. [SG]
1977 • Bruce Chatwin – In Patagonië
1988 • Pico Iyer – Video-avond in Kathmandu
1992 • Bill Bryson – Overal en nergens: Reizen door Europa
1992 • Cees Nooteboom – De omweg naar Santiago
1996 • De blues van Senegal, Mauretanië en Mali

De door droogte en conflicten geteisterde landen Senegal, Mauritanië en Mali vormen het decor van Mali Blues. In dit boek beschrijft Lieve Joris haar reis door West Afrika aan de hand van de vele contacten die zij heeft met de lokale bevolking. Ontmoetingen met Afrikaanse bekendheden Youssou N’Dour (zanger en politicus), Sass (Moorse aristocraat), Abderrahmane Sissako(filmmaker) en Boubacar Traorë (zanger) vormen de basis van de verhalenbundel. Deze personen nemen Joris mee in hun leven om haar kennis te laten maken met de strubbelingen waarmee zij te maken hebben. Stuk voor stuk beseffen zij dat ze zelf moeten strijden voor hun vrijheden. De Malinese zanger Boubacar Traoré is sinds de verschijning van dit boek uitgegroeid tot een boegbeeld van de Afrikaanse blues. De veelvuldig onderscheiden – o.a. de Franse Orde van Kunst en Letteren – Vlaamse schrijfster Lieve Joris publiceert vanaf halverwege de jaren tachtig boeken waarin het continent Afrika centraal staat. [Hugo Nijentap: 32/50]
2005 • Ryszard Kapuściński – Reizen met Herodotos
2010 • Impressies van Afrikaans geloof

In het boek Masker van Afrika neemt doorgewinterde reisverhalenschrijver V.S. Naipaul je mee tijdens zijn zoektocht naar de verschillen in religie in Afrikaanse landen. Hij beschrijft niet alleen de bekende geloofsovertuigingen zoals het christendom of de islam, maar ook duikt hij in de religie die plaats vindt bij inheemse stammen. Hij praat met de lokale bevolking om zo meer te weten te komen van het wel en wee rond offers, rituelen en zelfs het eten van katten. Naipaul geeft inzichten in religies waar wij als westerlingen maar weinig van af weten. Hij is kritisch, maar gebruikt ook humor in zijn verhaal. De van oorsprong in Trinidad en Tobago geboren Naipaul verwachtte veel verscheidenheid in de geloofsovertuigingen, maar ‘dat was niet zo,’ aldus Naipaul over zijn boek. ‘De waarzeggers wilden overal “de botjes gooien” om de toekomst te lezen, en het begrip “energie” kwam overal voor en werd aangeboord door middel van rituele offers van lichaamsdelen’. Het thematische reisverhaal van driehonderd pagina’s neemt je mee door Oeganda, Ghana, Nigeria, Ivoorkust en Zuid-Afrika. [Merlin Everts: 35/50]
Reisboeken
Elke schrijver wil een boek
Elke schrijver wil onsterfelijk worden. Je enige kans daarop is: een boek. Wie zou zich de verhalen van Ernest Hemingway voor tijdschriften als Esquire, Life en Cosmopolitan nu nog herinneren als ze niet ook in boekvorm waren verschenen?
Zoals je eerder hebt kunnen lezen, had ook Hemingway het niet makkelijk: het manuscript voor zijn debuut werd meermaals afgewezen voordat hij een uitgever vond die het wilde uitbrengen. Bijna een eeuw later is het er voor aspirant-literatoren alleen maar moeilijker op geworden. Nederland ontleest het snelst van heel Europa: elk jaar worden er tien procent minder boeken verkocht – en die krimp wordt maar ten dele gecompenseerd door een verkoopstijging van digitale boeken, want die worden veelal illegaal gedownload.
Uitgeverijen spelen steeds meer op safe. Ze hebben minder budget voor ‘kleine’ boeken van hoog niveau en brengen steeds vaker alleen nog boeken uit waarvan ze zeker weten dat het bestsellers worden: de E.L. Jamesen, J.K. Rowlings, John Grishams en Dan Browns van deze wereld zitten geramd. Zij werden allen multimiljonair.
Bekendheid helpt. De boeken van Jelle Brandt Corstius verkopen beter sinds hij regelmatig op tv is. Van zijn boek Kleine landjes werden 25.000 exemplaren verkocht – een regelrechte bestseller. Dat leverde hem aan royalty’s een slordige 40.000 euro op – en dat is nog maar een van de zeven boeken die Brandt Corstius publiceerde. Ook Floortje Dessing levert aan de lopende band boeken af, zoals 25 wereldroutes die je gedaan moet hebben en 100 wereldplekken die je gezien moet hebben. De eerste druk van 365 dagen onderweg bedroeg 30.000 exemplaren, goed voor een ton aan royalty’s. Op dit moment ligt de 5de druk in de winkel. Reken maar uit.
Ook al ben jij misschien Holland’s next top travel writer: reken je nog niet rijk. Want dit zijn de uitzonderingen die de regel bevestigen. Bij een verkochte oplage van 2.000 exemplaren klappen uitgevers al in hun handen; dan zijn ze uit de kosten. Alles boven de 10.000 exemplaren heet een bestseller. Maar van verreweg de meeste boeken worden maar een paar honderd exemplaren verkocht. Wil je toch een boek? Snap ik. Elke schrijver wil een boek. Maar wees realistisch: de kans dat je er rijk van wordt is zo groot als het winnen van de jackpot in de Staatsloterij.
Masterclass Reisjournalistiek • les 7
Het medialandschap in kaart gebracht: online
De een z’n dood is de ander z’n brood: print is passé, digitaal is de toekomst. Terwijl het beroerd gaat met kranten, tijdschriften en boeken, ontstaan online nieuwe kansen. Les 7 van de Masterclass Reisjournalistiek brengt daarom het digitale medialandschap in kaart.
Dit is een kansloze les
Even tussen jou en mij: met enige tegenzin begon ik aan het schrijven van deze les. Niet omdat ik een broertje dood heb aan digitale media, maar omdat de ontwikkelingen zó snel gaan dat de informatie hieronder alweer achterhaald zou zijn zodra ik klaar was met schrijven. Digitale magazines komen en gaan, experimenten lossen elkaar in rap tempo af en apps worden net zo snel gelanceerd als gedumpt.
Twee dingen zijn zeker: gedrukte media zijn in mineur, digitaal heeft de toekomst. Nederland vervult daarin een voortrekkersrol. Nergens gaat de ontlezing sneller dan hier: de tijdschriftenmarkt is in tien jaar tijd gehalveerd, de boekenmarkt zelfs in vijf jaar. Tegelijkertijd stijgt het gebruik van internet ook hier het hardst. Van alle Nederlanders heeft 94 procent toegang tot internet – het hoogste percentage ter wereld. Gemiddeld hebben we 3,5 apparaat met internet in ons bezit: van computer tot Apple Watch. De gemiddelde Nederlander is twee uur per dag online, jongeren zelfs minimaal drie uur per dag.
Het gaat goed met de verkoop van digitale kranten. Talloze nieuwe websites, e-magazines en apps strijden om de gunst van de lezer. Steeds vaker blijkt die lezer bereid te betalen voor kwaliteitsjournalistiek op internet. En doordat er steeds meer online gelezen wordt, heeft men ook steeds minder moeite met langere verhalen, zoals blijkt uit het succes van De Correspondent. Digitale kiosken groeien als kool; zo telt Blendle, waar je behalve hele kranten en tijdschriften ook losse artikelen kan kopen, inmiddels ruim een miljoen gebruikers.
Toch vergaart de digitale lezer zijn informatie nóg liever gratis. NU.nl is nog altijd de grootste nieuwswebsite van Nederland. En gratis digitale magazines hebben nog altijd de voorkeur boven betaalde. Het is ook goed nieuws voor alle blogs die als paddenstoelen uit de grond schieten, want die bieden precies dat: gratis informatie, hapklaar en licht verteerbaar. Storytelling, innovatie en verdienmodel zijn woorden waar elke mediamaker de mond van vol heeft.
Waar gaat het heen? Niemand die het weet. Ik zal mijn best doen om de informatie in dit hoofdstuk up-to-date te houden. Mocht je toch iets tegenkomen dat niet meer klopt, of heb je een mooi voorbeeld van digitale innovatie dat nog niet vermeld is, laat het dan weten in de besloten Facebook-groep. Al loop je dan wel het risico dat jouw correctie of tip ook alweer achterhaald is tegen de tijd dat je op ‘Plaatsen’ klikt.
Masterclass Reisjournalistiek • les 8
Hoe versla je de concurrentie?
Er zijn er maar een paar die ervan kunnen rondkomen, toch noemen 135 Nederlandse freelancers zich reisjournalist. De concurrentie is moordend. Hoe zorg jij ervoor dat je al die anderen voor bent en wél aan de bak komt? Daarover gaat les 8 van de Masterclass Reisjournalistiek.
De concurrentie is moordend
De journalistiek is een vrij beroep. Iedereen mag ‘journalist’ op zijn visitekaartje zetten – of reisjournalist. Dat gebeurt dan ook volop: in Nederland zijn er tenminste 135 freelancers die zich profileren als reisjournalist, reisschrijver of travel writer.
Vaste redacteuren van kranten en tijdschriften zijn daarbij buiten beschouwing gelaten, hoewel die potentiële opdrachtgevers tegelijkertijd ook concurrenten zijn – want elke klus die zij zelf doen kunnen ze niet aan jou gunnen. Ook Vlaamse reisjournalisten zijn niet meegeteld, ook al begeven zij zich geregeld ook op de Nederlandse markt. En dan is er nog de groeiende groep van honderden reisbloggers, die ook al aan je stoelpoten zagen. Toch zijn er onder al die wannabe’s en reisschrijvers maar een paar die er daadwerkelijk van kunnen leven.
Als freelancer is het van levensbelang dat je vindbaar, bereikbaar en zichtbaar bent – daar is zelfs een hele les van deze cursus aan gewijd. Het verbaasde mij dan ook dat van al die reisjournalisten er maar liefst 20 geen website hebben. Niet alle ‘reisjournalisten’ zijn dan ook even serieus met hun vak bezig; sommigen doen het erbij, naast hun echte werk als communicatieadviseur, marketeer, pr-medewerker, gids, reisagent, reisbegeleider, vormgever, vertaler, stewardess, croupier of taxichauffeur.
Masterclass Reisjournalistiek • les 10
Voorbereiding: ideeën, research, aantekeningen
Aan elk reisverhaal gaan dagen, weken of maanden van voorbereiding vooraf. Je hebt het idee gepitcht, sponsoring geregeld, research gedaan, een planning gemaakt en je bent natuurlijk op reis geweest. Pas dan kun je gaan schrijven. In dit hoofdstuk lees je over drie belangrijke aspecten van die voorbereiding: artikelideeën, research en aantekeningen.
Wat is een goed artikelidee?
Het vergaren van ideeën voor artikelen zal je in het begin veel tijd kosten. Maar wees gerust: voordat je het weet hoef je ze helemaal niet meer te zoeken, maar dienen ze zich vanzelf aan. Maar hoe kom je eraan en wat is een goed artikelidee?
Kranten, tijdschriften, internet, boeken, borrels, beurzen, vrienden, vreemden – de ideeën voor mijn reisreportages haal ik overal vandaan. In den beginne was dat bijna een dagtaak: wekenlang schuimde ik allerlei bronnen af op zoek naar inspiratie. Die ruwe ideeën zette ik in lange lijsten per land op een rij. De leukste pikte ik eruit en daar verdiepte ik me dan in, lang genoeg om er een pakkend tekstje over te kunnen schrijven. Daar maakte ik vervolgens lijstjes van en die stuurde ik rond naar redacteuren.
Aanvankelijk maakte ik ook elk jaar een reisplanning voor het jaar erop: in de winter naar Mexico, Australië en Arabië, in het voorjaar naar de Balearen, de Oostzee en Japan, in de zomer naar Zuid-Amerika en Antarctica en in de winter naar Afrika en de Stille Zuidzee, zoiets. Veel van die reizen kwamen nooit van de grond, want opdrachtgevers hapten niet toe of ik kreeg de sponsoring niet rond. Maar dat deerde niet, want die reizen kon ik altijd later nog eens maken. En de uitgewerkte ideeën verjaarden niet, dus ook dat was geen verspilde moeite. Wat in het vat zit…
Belangrijker waren de reizen die wél van de grond kwamen. Het plan van aanpak werkte, want het leverde al snel opdrachten op. De eerste reisreportages die ik maakte gingen bijvoorbeeld over de culinaire kant van Stockholm, het onbekende achterland van Turkije of de Noorse hoofdstad van het noorderlicht. In alle eerlijkheid: ik deed maar wat. Ik las zelden reisverhalen van anderen, ik had geen uitgebreid netwerk in de reisbranche, ik volgde mijn instinct. Als ik er nu op terugkijk, was het eigenlijk een tamelijk amateuristische aanpak.
Gek genoeg leverde het leesbare reisreportages op, die bij lezers en opdrachtgevers in de smaak vielen. Daarna hoefde ik niet meer zo bezeten op zoek; de ideeën dienden zich vanzelf aan. Reis je naar Spanje voor drie reisreportages, dan kom je terug met tien nieuwe ideeën. Die noteerde ik allemaal in een Word-bestandje, dat in de loop der jaren steeds ongeorganiseerder werd. Het telt inmiddels een paar honderd pagina’s, met veel uitgewerkte ideeën maar nog veel meer losse flodders. Af en toe pluk ik er weer eens iets uit. De komende decennia kan ik er nog mee voort.
Elke reisreportage begint bij een goed idee. In het begin moet je moeite doen om die te vinden, niet veel later zul je erin zwemmen. Maar dan nu terug naar de kop van dit artikel: wat is dat eigenlijk, een goed idee? Dat is een lastige vraag, want het antwoord hangt niet alleen af van jouw eigen smaak, voorkeuren en specialismen, maar ook van die van lezers en opdrachtgevers – en je kunt niet in hun hoofden kijken. Welke ideeën wel en niet aanslaan, dat blijft toch een gok. Het kan dus geen kwaad om er in eerste instantie, net als ik, een paar honderd paraat te hebben en, net als ik, maar gewoon wat te proberen.
Dat gezegd hebbende zijn er natuurlijk wel wat foefjes. Bijvoorbeeld het besef dat redacteuren worden overspoeld door voorstellen van freelancers. Ze zitten niet om jouw artikelen te springen. Toch worden zij regelmatig gebeld met vragen als: “Ik ga volgende week naar Mauritius, wat mag ik daar voor je maken?” Slecht idee. Als die redacteur al weet wat voor Mauritiaanse reisreportage hij wil hebben, dan had hij het al als opdracht uitgezet. Kom je daarentegen op de proppen met concrete, originele en creatieve ideeën die hij zelf nog niet had bedacht, dan maak je meer kans op een opdracht.
Masterclass Reisjournalistiek • les 11
De schrijfwijzer van de reisschrijver: techniek
Schrijven is simpel: het is een kwestie van letters in de juiste volgorde zetten. Die letters vormen woorden, woorden worden zinnen, zinnen vormen alinea’s, die alinea’s worden paragrafen en hup, je hebt een verhaal. Maar dat kan op ontelbaar veel manieren – en dat is wat schrijven moeilijk maakt. Gelukkig bestaan er regels en richtlijnen, technieken en trucjes voor. Hoe schrijf je een verhaal dat staat als een huis?
De mores van Mulisch
Bij een bestaan als reisschrijver komt veel kijken. Maar kijk eens goed naar dat woord: reisschrijver. Het is een samenstelling van reizen en schrijven – daar draait het om. Daarbij is reizen het middel en schrijven het doel. Als je aan de slag wilt als reisschrijver, dan moet schrijven je hoogste prioriteit zijn. Dat is het belangrijkste aspect van je vak en dat moet je dus uitstekend beheersen.
Harry Mulisch zei ooit dat hij een boek niet hoefde te lezen om te weten of het goed was – dat kon hij zien. Was de structuur goed, dus stonden alle alinea’s, paragrafen en hoofdstukken op de juiste plek, zodat het er netjes uitzag, dan had de schrijver zijn woorden en zinnen zorgvuldig gekozen, erover nagedacht en er aandacht aan besteed. Dan moest het wel een goed en leesbaar boek zijn. Beoordeel een boek dus niet op de kaft, maar op de structuur.
Goed schrijven vergt niet alleen creativiteit, maar ook techniek. Zaken als structuur, perspectief, spanningsboog, tijdsbepaling en stijlelementen zijn geen dogma’s, maar handige hulpmiddelen die ervoor zorgen dat jij een verhaal kan schrijven dat de lezer kan (en wil) lezen. Daarom belicht deze les puntsgewijs de techniek van het schrijven van een reisverhaal.
Masterclass Reisjournalistiek • les 12
De schrijfwijzer van de reisschrijver: creatief
Er is geen plek op aarde meer over die nog niet bezocht en beschreven is. Het gaat er niet om waar je bent en wat je beleeft, maar hoe je het opschrijft. Een goede reisreportage bestaat uit een smakelijke mix van gedetailleerde beschrijvingen, gefundeerde feiten, boeiende achtergronden en scherpe observatie. Hoe schrijf je een reisverhaal dat leest als een trein? Die vraag staat centraal in les 12 van de Masterclass Reisjournalistiek.
Een reisverhaal dat leest als een trein
“Wat een mooi verhaal, het leest als een trein en ik had echt het gevoel dat ik erbij was.” Die reactie kreeg ik ooit op een reportage over een treinreis met de Trans-Azië Expres van Istanbul naar Teheran, waarmee ik in 2011 de Aad Struijs Persprijs won, de enige onafhankelijke vakprijs voor Nederlandstalige reisjournalistiek.
Dat is het mooiste compliment dat ik me kan wensen. Want het geeft precies aan waar het schrijven van een reisverhaal om draait: dat je een bestemming zo beeldend beschrijft dat de lezer in het verhaal wordt gezogen en het gevoel heeft dat hij er zelf bij is. Sleep de lezer uit zijn leunstoel en neem hem mee op reis. Maak van de lezer een reiziger, dat is het doel.
Dé manier om een goede reisreportage te schrijven bestaat niet. Er zijn honderden, nee duizenden goede manieren – en miljoenen slechte manieren. Met een zakelijke beschrijving van een plein, stad of bezienswaardigheid bereik je dat doel niet, met een stortvloed aan geschiedenis, feiten en cijfers evenmin. Waarmee dan wel? Dat hoop ik in deze les voor je op een rijtje te zetten.
Masterclass Reisjournalistiek • les 13
De schrijfwijzer van de reisschrijver: schaven
Eindelijk, je reisverhaal is geschreven. Maar dan ben je er nog niet. Voordat je het kan inleveren, moet er nog veel gebeuren: corrigeren, inkorten, comprimeren, snoeien, schaven, schrappen en herschrijven… Zoals Godfried Bomans ooit al zei: “Een schrijver zonder ijver is een schr.” Hoe maak je je reisverhaal klaar voor publicatie? Die vraag wordt beantwoord in les 13 van de Masterclass Reisjournalistiek.
De eerste ronde: een checklist
Hoe ambitieus en concreet je tekstopzet ook was, uiteindelijk pakt je tekst vaak toch heel anders uit. Gaandeweg het schrijven kom je op nieuwe ideeën, schieten je allerlei onderwerpen en belevenissen te binnen die je eerder was vergeten of blijken bepaalde onderwerpen bij nader inzien toch niet interessant genoeg te zijn om een hele alinea aan te wijden.
Schrijven is een creatief proces, dat zich slechts in beperkte mate laat sturen. Niks aan de hand, zolang het een lezenswaardig verhaal oplevert. Maar is dat wel zo? Ook al denk je misschien dat je het beste artikel aller tijden hebt geschreven, het kan nooit kwaad om het nog eens aan een kritische blik te onderwerpen.
Zoals uit deze les zal blijken, is herschrijven een essentieel en niet te onderschatten onderdeel van het schrijfproces. Stel jezelf daartoe dan ook in de gelegenheid. Als je na het schrijven nog flink in je verhaal wil kunnen snoeien, dan maak je de eerste versie van je verhaal nooit precies op maat. Om uiteindelijk bijvoorbeeld 1.500 woorden over te houden, schrijf je er 2.000 of 2.500.
Ben je er klaar voor? Dan volgt hier een eerste checklist voor je vers geschreven reisverhaal.
1Structuur
Is er iets terechtgekomen van de structuur die je voor ogen had toen je begon met schrijven? Zo ja, prima. Zo niet, heeft het dan uiteindelijk iets beters opgeleverd? Als dat laatste niet het geval is, dan moet je nog aan je tekst werken.
2Verzorgd
Ziet je tekst er netjes uit? Is er een duidelijke onderverdeling in alinea’s en paragrafen? Is er een logische samenhang tussen de zinnen of spring je van de hak op de tak? Loopt de tekst goed door, zijn de deelonderwerpen in de alinea’s met bruggetjes aan elkaar verbonden?
3Consistent
Voordat je ging schrijven, koos je voor een vertelperspectief en tijdsvorm. Heb je die in je hele tekst consistent doorgevoerd? Of switch je onbedoeld steeds tussen verleden en tegenwoordige tijd? Koos je voor de ik-vorm, ben je dan terughoudend geweest met het woordje ‘ik’?
4Leesbaar
Is de tekst aantrekkelijk en je verhaal makkelijk leesbaar? Is er een goede afwisseling tussen langere en kortere zinnen? Heb je aandacht besteed aan woordkeus en zinsbouw? Lees je verhaal nog eens rustig door: gebruik je veel moeilijke woorden, zijn er zinnen waar je over struikelt?
5Variatie
Bestaat je verhaal louter uit belevenissen, vooral uit citaten of juist overwegend uit achtergrondinformatie? Of heb je misschien driekwart ervan gewijd aan uitvoerige beschrijvingen van kerken of tempels? Kortom: zit er voldoende variatie in je verhaal?
6Tekstdichtheid
Zijn de onderwerpen die je wilde bespreken goed uit de verf gekomen? Krijgen die onderwerpen voldoende ruimte of probeer je te veel te vertellen? Of reutel je juist maar door, zodat je lezer halverwege al afhaakt? Maak je rare zijsprongen en omwegen die geen functie hebben?
7Toon
Wat is de toon van je verhaal en hoe komt die over op de lezer? Is die toon geschikt voor de doelgroep van het medium waarvoor je schrijft? Is het taalgebruik te zakelijk of juist te populair? Moet de tekst nog verfraaid worden of ben je juist doorgeslagen in mooischrijverij?
8Uitnodigend
Zoals de openingszin moet uitnodigen om je verhaal te lezen, zo moet elke alinea ook uitnodigen om dóór te lezen. Is dat het geval? Kijk nog eens of je de eerste en laatste zinnen van de paragrafen nog wat pakkender kan maken.
9Boodschap
Ben je erin geslaagd om te vertellen wat je van plan was om te vertellen? Komt die boodschap goed over op de lezer? Worden de beloftes die je aan het begin van de tekst doet wel waargemaakt? Wat kan er beter, duidelijker of krachtiger?
10Duidelijk
Zodra je verhaal vragen oproept bij de lezer, haakt hij af. Leg je onbekende plaatsnamen, vreemde woorden en lokale gebruiken uit? Ga er nooit van uit dat je lezer ‘het toch wel weet’. Als dat zo is, dan zal hij je uitleg niet storend vinden, maar de lezer die het niet weet, is ermee geholpen.
Let wel: het bovenstaande geldt natuurlijk alleen voor onbedoelde zwakheden in je verhaal. Als jij er bijvoorbeeld bewust voor hebt gekozen om op verschillende plekken in je verhaal terug te komen op een bepaald onderwerp, dan is daar niks mis mee. Zoals voor alles in deze cursus geldt ook voor deze checklist dat het een leidraad is en geen wetboek.
Masterclass Reisjournalistiek • les 14
Verbeter je reisblog
Een paar jaar geleden nog maar werd bloggen dood verklaard: het was een hype die snel zou overwaaien. Inmiddels is duidelijk dat bloggers blijvertjes zijn. Duizenden blogs zijn er nu in Nederland, dagelijks komen er meer bij en honderden daarvan gaan over reizen. Blogs worden steeds populairder en bloggers steeds professioneler. Les 14 van de Masterclass Reisjournalistiek maakt je wegwijs in de wereld van de reisblogs.
Zijn bloggers de nieuwe reisjournalisten?
Zet je schrap, want dit is een van de omvangrijkste lessen uit deze cursus. Voor de een zal alle informatie nieuw zijn, voor de ander is het gesneden koek. Hoe dan ook zal dit voor velen van jullie een belangrijke les zijn, waar je misschien zelfs reikhalzend naar uitgekeken hebt. Hier gaan we: hoe maak je van je reisblog een succesvolle reisblog?
Er zijn in Nederland duizenden blogs, dagelijks komen er meer bij en honderden daarvan gaan over reizen. Er is veel kaf onder het koren, waardoor bloggers geen al te beste reputatie hebben, maar daar komt langzaam maar zeker verandering in. Bloggers worden professioneler, mediabureaus voor bloggers schieten als paddenstoelen uit de grond en voor sommigen is de droom om van hun blog te kunnen leven werkelijkheid geworden. Maar dat is slechts enkelen gegeven; dat hebben reisbloggers en reisjournalisten met elkaar gemeen.
Even terug naar les 2, waarin ik een beeld schetste van tien typen reisschrijvers:
Dat was natuurlijk een karikatuur, maar er schuilt een kern van waarheid in. Leg de gemiddelde Nederlandse reisblog langs de journalistieke meetlat en er is maar één conclusie mogelijk: bloggers hebben weinig boodschap aan kwaliteit, ethiek of zelfs maar hun bezoekers. Schrijftalent is ver te zoeken, het hobbygehalte is hoog en het lijkt veel bloggers maar om één ding te doen: gratis reisjes en andere freebies scoren. Positieve uitzonderingen zijn er zeker, en die komen in deze les ook ruimschoots aan bod. Maar door de band genomen hebben bloggers geen beste reputatie.
Zoals je inmiddels van mij gewend bent, wordt dit een kritisch verhaal. Ik ben niet bijster onder de indruk van het kwaliteitsniveau van de gemiddelde Nederlandse reisblog. In de reisjournalistiek in het algemeen is er veel kaf onder het koren en voor reisblogs geldt dat evenzeer.
Precies daarom werd bloggen een paar jaar geleden nog voor dood verklaard – het was een hype die snel weer over zou waaien. Er was teveel wildgroei, al die bloggers deden en vertelden hetzelfde, met een totaal gebrek aan creativiteit. Inmiddels staan de zaken er anders voor. De goede blogs komen bovendrijven en die trekken veel bezoekers. En ze worden nu ineens serieus genomen, zowel door de traditionele media als door sponsors en adverteerders.
Blogs zijn populair. Wereldwijd waren er in 2014 zo’n 150 miljoen blogs. Van alle internetgebruikers leest ruim driekwart (77%) wel eens een blog, zo blijkt uit onderzoek. Vertaal je dat naar Nederland, dan zou het gaan om 12 miljoen Nederlanders. Bijna een kwart (23%) van de tijd die op internet wordt doorgebracht, wordt gespendeerd aan het lezen van blogs – per gemiddelde Nederlander is dat een half uur per dag. Bloggers bereiken een groter publiek dan gedrukte kranten. Bloggen is booming business. Voor enkelen dan.
Uit eigen onderzoek van de School voor Reisjournalistiek blijkt dat er honderden Nederlandstalige reisblogs zijn – en dan zijn commerciële reisblogs van reisorganisaties, ‘reisdagboekjes’ op waarbenjij.nu en amateurblogs in communities als Columbus Reisreporter niet eens meegerekend. Hieronder vind je de Reisblog Top 172, compleet met bereikcijfers en aantal volgers op sociale media, om je een concrete indruk te geven van de concurrentie en hun bereik. Hoewel mode-, beauty- en foodblogs nog ruimschoots aan kop gaan, worden ook reisblogs steeds invloedrijker: de nummer 1, Droomplekken.nl, heeft zelfs meer unieke bezoekers per maand dan de oplagen van de vier grootste reisbladen van Nederland bij elkaar opgeteld.
Uit weer een ander onderzoek blijkt dat ruim de helft van alle bloggers graag van zijn blog zou willen kunnen leven, maar dat slechts 20 procent dit daadwerkelijk kan. Bij dit cijfer heb ik wel een kanttekening. Het onderzoek werd in 2015 verricht door Cherry Picker onder 206 Nederlandse bloggers, maar dat is geen onderzoeksbureau en nergens wordt de representativiteit van de steekproef onderbouwd. Vermoedelijk heeft dit pr-bureau vooral de actievere bloggers in het vizier en is het percentage daardoor hoger uitgevallen.
Hoe dan ook, het is een feit is dat er in Nederland duizenden bloggers zijn en honderden reisbloggers. Slechts een fractie daarvan doet het fulltime en kan ervan leven. Maar dat aantal groeit, dat wel. Kan dat jou ook lukken? Wie weet. Eén ding is zeker: een goede blog is geen hobby, maar hard werken. Wil je echt van je blog kunnen rondkomen, dan kun je het er niet even bij doen, maar heb je er een fulltime baan aan.
De Reisblog Top 172 van 2015
= Gemiddeld aantal unieke bezoekers per maand
= Totaal aantal volgers op sociale media
Deze lijst is bijgewerkt op 12 januari 2016
1 | Droomplekken.nl | 155.000 | 56.000 |
2 | Travelvalley | 115.000 | 26.000 |
3 | Reishonger | 100.000 | 18.700 |
4 | What About Her | 95.000 | 18.000 |
5 | Ciao Tutti | 70.000 | 23.000 |
6 | Bijzonder Plekje | 70.000 | 21.000 |
7 | Reisjunk | 60.000 | 28.000 |
8 | Travellab | 53.000 | 27.000 |
9 | BerlijnBlog | 50.000 | 27.600 |
10 | We Are Travellers | 50.000 | 19.000 |
11 | Reismeisje | 50.000 | 20.400 |
12 | Tips Thailand | 50.000 | 9.800 |
13 | The Travel Tester | 49.000 | 539.000 |
14 | Reisbijbel | 48.000 | 5.000 |
15 | Mooiste Stedentrips | 46.000 | 4.500 |
16 | Reisvormen | 45.000 | 1.000 |
17 | Ik wil meer reizen! | 40.000 | 45.000 |
18 | Travelinq | 38.000 | 3.900 |
19 | Your Ambassadrice | 35.000 | 30.000 |
20 | GirlsLove2Travel | 35.000 | 18.000 |
21 | Tokyo.nl | 32.500 | 350 |
22 | Marieke van Woesik | 31.000 | 2.200 |
23 | Frankrijk Binnendoor | 30.000 | 8.800 |
24 | Frankrijk.nl | 30.000 | 6.500 |
25 | Veelzijdig Maleisië | 28.400 | 2.100 |
26 | Alles over Kroatië | 28.000 | 230 |
27 | My Travel Boektje | 25.000 | 16.400 |
28 | Travel.blog.nl | 24.000 | 900 |
29 | Traveljunks | 22.000 | 11.900 |
30 | Wonderful Wanderings | 20.000 | 40.500 |
31 | Daily Lin | 20.000 | 10.200 |
32 | Reisdoc | 20.000 | 5.700 |
33 | Stop and Stare | 15.000 | 9.100 |
34 | Travel by San | 15.000 | 8.400 |
35 | My Delicious Journey | 15.000 | 2.900 |
36 | Mooji | 15.000 | 125 |
37 | KidsErOpUit | 14.000 | 10.000 |
38 | Vetexbart | 13.000 | 2.700 |
39 | De Literaire Toerist | 12.000 | 9.700 |
40 | Backpackgek.nl | 12.000 | 2.800 |
41 | DitIsitalie.nl | 11.000 | 4.900 |
42 | Eiland-Meisje | 11.000 | 2.600 |
43 | DitIsAmerika.nl | 11.000 | 500 |
44 | We12Travel | 10.000 | 14.000 |
45 | Gezin op Reis | 10.000 | 5.000 |
46 | LiveLikeTom | 10.000 | 2.700 |
47 | Enjoy Berlin | 10.000 | 600 |
48 | Het Leef van Eef | 9.000 | 3.300 |
49 | Orpheus kijkt om | 9.000 | 3.000 |
50 | Coolduits.nl | 8.500 | 1.200 |
51 | Nomad & Villager | 8.000 | 5.000 |
52 | Vrouw op Reis | 8.000 | 1.800 |
53 | It’s Travel O’Clock | 7.500 | 3.300 |
54 | Middenoostenreizen.com | 7.300 | 1.100 |
55 | Tjoolaard | 7.000 | 4.600 |
56 | Reisgenie | 7.000 | 2.000 |
57 | Ikreis.net | 6.500 | 2.300 |
58 | Reismicrobe | 6.000 | 4.500 |
59 | Just like to travel… | 6.000 | 2.100 |
60 | Travelculture | 6.000 | 700 |
61 | Karlijn Travels | 5.600 | 5.900 |
62 | Travelaar | 5.500 | 3.700 |
63 | Stralend Schrijven | 5.000 | 5.200 |
64 | Wattedoeninberlijn.nl | 5.000 | 4.700 |
65 | SheelaghMairi.nl | 5.000 | 3.600 |
66 | Sim’s Cup of Tea | 5.000 | 1.700 |
67 | Artikel 2.55 | 5.000 | 1.600 |
68 | Reisbloggers.nl | 5.000 | 200 |
69 | Soetkees | 4.900 | 3.200 |
70 | Citytrips & Tips | 4.500 | 480 |
71 | Travelboulevard | 4.000 | 13.700 |
72 | Reis mee met Stefania | 4.000 | 4.400 |
73 | Bohemian Dreams | 4.000 | 4.000 |
74 | Expeditie Aardbol | 4.000 | 3.100 |
75 | Saudades de Portugal | 4.000 | 1.000 |
76 | Italië Uitgelicht | 3.800 | 2.300 |
77 | Reizen met de trein | 3.500 | 2.900 |
78 | Follow my footprints | 3.000 | 5.800 |
79 | Liefde Voor Reizen | 3.000 | 4.100 |
80 | Travel Lifestyle.nl | 3.000 | 2.100 |
81 | Meisje van de Wereld | 3.000 | 1.900 |
82 | Wanderer’s Blues | 3.000 | 1.300 |
83 | My Footprints | 3.000 | 1.200 |
84 | Nanouk van Gennip | 3.000 | 600 |
85 | Digital Nomad | 3.000 | 550 |
86 | Ervaar Japan | 3.000 | 450 |
87 | Marcella Molenaar | 2.800 | 3.600 |
88 | Onze Droomreis | 2.500 | 700 |
89 | Cruisen doe je zo | 2.500 | 600 |
90 | Backpackcentrale.nl | 2.500 | 330 |
91 | [travel.create.repeat] | 2.200 | 1.900 |
92 | My Travel Secret | 2.000 | 8.500 |
93 | Mirre op Reis | 2.000 | 2.200 |
94 | Nicky’s City Guide | 1.800 | 780 |
95 | Wanda Wandelt | 1.600 | 6.800 |
96 | Where we go | 1.600 | 1.500 |
97 | RoPStAr | 1.550 | 680 |
98 | LiveTheLifeYouLove | 1.500 | 1.300 |
99 | Wanda’s Wereld | 1.500 | 430 |
100 | Stelletje Reizigers | 1.500 | 420 |
101 | Reizen op Sneakers | 1.400 | 1.400 |
102 | Reisvlinder.nl | 1.400 | 1.200 |
103 | Reizen en Reistips | 1.400 | 730 |
104 | Travelvibe | 1.350 | 700 |
105 | Travel Hype | 1.200 | 1.500 |
106 | Weg van het Noorden | 1.200 | 770 |
107 | Met zonder kids | 1.200 | 500 |
108 | Linda op Reis | 1.170 | 540 |
109 | Reismuts | 1.100 | 2.400 |
110 | Reiske | 1.100 | 400 |
111 | De Knapzak | 1.050 | 2.600 |
112 | Hasta la Próxima | 1.000 | 4.000 |
113 | Paper Travels | 1.000 | 2.600 |
114 | Vakantaseren | 1.000 | 2.500 |
115 | Expeditie Kram | 1.000 | 1.900 |
116 | A girl around the globe | 1.000 | 1.700 |
117 | Stripes & Stars | 1.000 | 1.300 |
118 | 2Globetrotters | 1.000 | 1.250 |
119 | Borntotravel.nl | 1.000 | 730 |
120 | Corners of the World | 900 | 1.000 |
121 | Palms and Bricks | 900 | 600 |
122 | Reis met kinderen | 900 | 350 |
123 | Go Live Go Travel | 850 | 1.400 |
124 | Over Portugal | 820 | 285 |
125 | Ditisierland.nl | 800 | 130 |
126 | Reisgoesting | 780 | 530 |
127 | Kim op reis | 750 | 2.000 |
128 | Reizen over de Wereld | 750 | 600 |
129 | De Globetrotters | 740 | 14 |
130 | Groeten uit | 700 | 1.700 |
131 | Grenzeloosreizen.nl | 700 | 800 |
132 | Reisrelaas | 700 | 800 |
133 | Dit is Anne! | 700 | 750 |
134 | Reisduo | 680 | 550 |
135 | Vaders op Reis | 680 | 330 |
136 | Paulaenmark.nl | 666 | 0 |
137 | TravelKees | 650 | 1.900 |
138 | Reis Jezelf Grijs | 650 | 320 |
139 | Live Love Travel | 600 | 900 |
140 | Moods Lifestyle | 600 | 590 |
141 | Travelshot.nl | 600 | 400 |
142 | Troika Tripper | 600 | 400 |
143 | Rugzak-Reizen.nl | 520 | 450 |
144 | Susan is weg | 500 | 1.100 |
145 | Travellovers | 500 | 1.000 |
146 | Travel Addicts | 500 | 900 |
147 | My Travel Journal | 500 | 900 |
148 | Reischick | 500 | 815 |
149 | Kompas24 | 500 | 700 |
150 | Machweg! | 500 | 300 |
151 | Living on a plane | 500 | 120 |
152 | Kim op de wereld | 420 | 650 |
153 | Scratchingmymap | 400 | 750 |
154 | GlobeGirl | 400 | 240 |
155 | Justtravelme | 340 | 39 |
156 | Inspi-red | 300 | 600 |
157 | Travel List | 300 | 560 |
158 | Dutchie on the Road | 300 | 360 |
159 | LFDK | 220 | 230 |
160 | Reis je mee? | 210 | 250 |
161 | Frenchydutchy | 200 | 410 |
162 | Worldwife | 180 | 1.600 |
163 | We are the Earth | 140 | 400 |
164 | For & By travellers | 140 | 62 |
165 | TravEllenineurope | 100 | 1.800 |
166 | Mijn Reiswereld | 100 | 330 |
167 | Our Wanderlust | 100 | 100 |
168 | Pack Less See More | 90 | 115 |
169 | Rondreisgids.com | 84 | 1.700 |
170 | Reisheid | 63 | 140 |
171 | Op reis met Co | 50 | 365 |
172 | Just Go Global | 48 | 3.900 |
5 argumenten om te schrijven én fotograferen
Schrijven en fotograferen tegelijk heeft dus nadelen. Waarom doen zoveel reisschrijvers het dan? Omdat het ook belangrijke voordelen heeft. Hieronder zet ik ze voor je op een rijtje.
1 Je bent aantrekkelijker
Voor een opdrachtgever is een fotograferende schrijver aantrekkelijk, want die kost minder dan een team van schrijver en fotograaf. Logisch. Voorwaarde is wel dat je beide kunsten ook echt beheerst; niemand zit te wachten op artikelen die vergezeld gaan van knullige vakantiekiekjes.
2 Je verdient meer
Nee, de fotograferende schrijver strijkt niet ook het complete honorarium van de overbodig geworden fotograaf op. Was het maar zo’n feest. Maar als je schrijft én fotografeert, dan ben je net zo lang op reis, maar pakt je honorarium wel pakweg vijftig procent hoger uit.
3 Het is leuk om te doen
Goede kans dat je op reis toch al fotografeert. Gewoon voor de lol, voor je Facebook-pagina of om je vrienden te laten zien waar je geweest bent. Dan kun je je er net zo goed in bekwamen, want dan haal je meer geld binnen en zo verenig je het aangename met het nuttige.
4 Het is handig voor later
Ook al ben ik met een professionele fotograaf op pad, dan nog fotografeer ik zelf ook. Want voor mijn website heb ik eigen beeld nodig en idem dito als ik het artikel in vertaling of een andere vorm later nog eens aan een andere opdrachtgever wil verkopen.
5 De beste symbiose
Opdrachtgevers vinden het prettig als tekst en beeld naadloos op elkaar aansluiten, zodat het niet twee interpretaties van dezelfde reis zijn, maar samen één homogeen geheel vormen. De beste kans daarop heb je bij een fotograferende schrijver.
De game changer: Snow Fall
Ineens is het er, in 2012, van ’s werelds beste krant: Snow Fall. De megamultimediareportage van The New York Times gaat als een lopend vuurtje de wereld rond en wordt binnen een week 3,5 miljoen keer bekeken. Eureka, wordt er geroepen: dit is de redding van de journalistiek!
Snow Fall is het beklemmende verhaal van zestien skiërs en snowboarders die in het Cascadegebergte in de staat Washington worden opgeslokt door een sneeuwlawine met een gewicht van 5.000 ton en een snelheid van 110 kilometer per uur. Het wordt verteld in een melange van virtuoos geschreven tekst, fenomenale fotografie, video, verklarende animaties en weerkaartjes, plus interviews met overlevenden en profielen van slachtoffers. Een verhaal zo lang dat het verdeeld is over zes hoofdstukken, waar je intuïtief doorheen scrollt en klikt.
Dat zijn we nu wel gewend, want ‘snowfallen’ werd een werkwoord en inmiddels heeft elke zichzelf respecterende krant een multimediateam dat niets anders doet. Maar in 2012 is het revolutionair. Een heuse game changer.
Een team van 16 man komt eraan te pas om Snow Fall te produceren. Overlevenden worden geïnterviewd en er wordt gesproken met de familieleden van de slachtoffers en de hulpdiensten. Veertig telefoontjes naar 112, gesprekken met talloze experts en meteorologische data worden geanalyseerd om zo de gebeurtenissen tot op de minuut en meter nauwkeurig te kunnen reconstrueren. En dat is nog maar de research, vervolgens moet het verhaal nog worden gemaakt. Een journalist, een fotograaf, een filmer en een roedel illustratoren, designers en programmeurs werken er zes maanden aan. The New York Times heeft nooit bekendgemaakt wat de kosten van de monsterproductie waren, maar het loopt ongetwijfeld in de miljoenen.
Na de publicatie in december 2012 buitelen de lovende kritieken over elkaar heen en behalve een Webby en een Peabody Award wint The New York Times met Snow Fall ook de prestigieuze Pulitzerprijs.
Kritiek is er ook, want hoeveel mensen lezen zo’n ellenlange verhaal helemaal uit? Snow Fall telt 17.000 woorden – de omvang van een flinke novelle, waar je zomaar anderhalf uur zoet mee bent. De gemiddelde lezer besteedt 12 minuten aan het verhaal, zo blijkt later, maar daar voegt men nog een interessant weetje aan toe: een derde van die lezers was nog nooit eerder op de website van de Times geweest. De krant weet dus een grote nieuwe doelgroep te bereiken.
Het succesvolle voorbeeld krijgt dan ook direct navolging. De innovatiefste krant ter wereld, The Guardian, publiceert Firestorm, over een Australisch gezin dat door een verwoestende bosbrand op Tasmanië in het nauw gedreven wordt. Ook hier was een team van 16 man voor nodig en ook The Guardian zweeg over de kosten. Is Snow Fall nog relatief sober met veel tekst en geklik, Firestorm is alweer geraffineerder, met meer en vooral groter beeld. De filmpjes en geluidsfragmenten beginnen vanzelf te spelen zodra je er langs scrollt. Klikken hoeft niet meer: vandaar dat deze vorm van storytelling nu ook wel scrollytelling (of in het Nederlands: scrollverhalen) wordt genoemd.
Meer weten? Hier lees je een interview met het productieteam van The New York Times over de totstandkoming van Snow Fall en hier somt het multimediateam van The Guardian in tien punten op wat zij leerden van de bouw van Firestorm.
Masterclass Reisjournalistiek • les 17
Aan de slag!
Het einde van de cursus komt in zicht en daarop neemt deze les alvast een voorschot. Weldra ga je ideeën pitchen voor je eindopdracht, maar eerst krijg je in les 17 van de Masterclass Reisjournalistiek nog drie relevante onderwerpen opgedist in praktische porties: begin dichtbij, binnenkomen bij opdrachtgevers en het plannen van je reizen.
Belize, Boedapest of Breda? Begin dichtbij!
‘Wat je van ver haalt is lekker,’ luidt het gezegde. Veel reisschrijvers maken bij voorkeur vooral verre reizen. Dat strookt niet met het reisgedrag van je doelgroep: Nederlanders vieren de helft van hun vakanties in eigen land en op negen van de tien buitenlandse vakanties blijven ze binnen Europa. Reisverhalen over bestemmingen bij jou om de hoek zijn dus een gat in de markt.
Columbus in Friesland
Sla de reisbijlagen van De Telegraaf of het AD er maar eens op na: de verre reizen zijn in de minderheid, het gaat vooral over weekendjes op de Wadden, zomer in Zeeland, stedentripjes naar Stuttgart en Stockholm, kamperen in Frankrijk en wandelen in Noorwegen. Ook een consumentgericht reisblad als Reizen Magazine grossiert in beeldende verhalen over dichtbije bestemmingen die zó nagereisd kunnen worden. De Kampioen spant de kroon: in de septembereditie van 2015 staan louter Europese reisverhalen, variërend van het Baskische Bilbao tot het Belgische Bouillon.
Misschien denk je dat een avontuurlijk blad als Columbus alleen maar bericht over verre reizen, maar kijk nog eens goed: in een willekeurig recent nummer lees ik over de Muß-sees van Düsseldorf en fietsen in Friesland. Ook National Geographic Traveler staat bol van de nabije bestemmingen, van borrelend Brno tot bruisend Berlijn. Freelancers bestoken hun opdrachtgevers vooral met ideeën voor verre reizen naar exotische oorden, terwijl er meer behoefte is aan reportages waaraan je paspoort niet eens te pas komt.
Het voordeel van dichtbij
Natuurlijk dromen lezers graag weg bij verhalen over exotische bestemmingen en daar is dus ook zeker een markt voor. Maar het blijft de ver-van-je-bed-show: met een beetje geluk weet men waar het land ligt dat je beschrijft, maar de kans is groot dat ze er niet zelf zijn geweest. Reportages over verre reizen hebben daardoor vaak een vrij algemene invalshoek met een hoog ‘introducerend’ gehalte; het beste van Tokio, de pampa’s van Argentinië, de hoogtepunten van Sri Lanka – ze bestrijken een hele stad of streek, maar net zo makkelijk een heel land.
Maar kom niet aanzetten met een verhaal over de hoogtepunten van Parijs. Nederlanders kennen die stad als hun broekzak, daar hoef je ze weinig over te vertellen – zeker niet dat de Eiffeltoren daar de topattractie is. Het voordeel daarvan is dat je voor zo’n populaire bestemming kunt kiezen voor een specifieke invalshoek. Zoom in op één wijk of zelfs een plein of park en op kleine onderwerpen waarmee je je lezers wél iets nieuws vertelt. De geheimste musea van Parijs, het Montmartre van Amélie, een boottocht over het Canal du Midi: in een ver gehaald verhaal zouden het een paar zinnen zijn, in Parijs kun je uitpakken met een hele reportage.
Lekker weg in eigen land
Ook al groeide ik op in een badplaats vlakbij, ik had geen idee dat het drinkwater dat in mijn huidige woonplaats Amsterdam uit de kraan komt, afkomstig is uit een van ’s lands mooiste natuurgebieden – totdat ik er voor de Kampioen op reportage ging met een boswachter van Waternet. Onder Zandvoort ligt een duingebied vol herten, reeën, vossen, vogels en bloemetjes en bijtjes. Natuurlijk was mijn expeditie door die Amsterdamse Waterleidingduinen anders, maar niet per se minder enerverend dan eerder gemaakte tochten door de jungles van Brazilië of Panama. Maar wel beduidend dichterbij: ik kon er op de fiets naartoe.
De première van de film Gooische vrouwen inspireerde tot een ontdekkingsreis door het Gooi in de geest van Cheryl, Claire, Anouk en Roelien. Jarenlang woonde ik ook daar vlakbij, maar wat bleek: het Gooi is mooi. Had ik al wel eens gehoord, maar nooit zelf gezien. Talloze andere mooie plekken in Nederland staan nog op mijn doe-lijst, zoals voormalig gevangenisdorp Veenhuizen of het onbewoonde eiland Rottumeroog. Ik heb rondgereisd van Argentinië tot Zuid-Korea, maar nog nooit in Drenthe een hunebed bekeken. In Nederland valt nog een wereld te ontdekken.
Toerist in eigen stad
Als ik op Schiphol in het vliegtuig stap voor vertrek naar verre oorden, landen er vanuit diezelfde verre oorden hordes bezoekers die mijn thuisstad komen bewonderen. Amsterdam is met bijna 7,5 miljoen toeristen per jaar een van de drukstbezochte bestemmingen ter wereld en terecht, want het is ook een van de mooiste steden ter wereld. Toch heb ik nog maar twee reisreportages gemaakt zonder daadwerkelijk op reis te gaan: voor Plus Magazine over de Amsterdamse School en voor het AD over het toen nog opkomende Amsterdam-Noord. De verhalen liggen hier voor het oprapen.
Een reportage over de leukste opkomende wijk van Amsterdam zou ik trouwens zo opnieuw kunnen maken, maar nu letterlijk om de hoek. Mijn eigen wijk, De Baarsjes, is in rap tempo aan het verhippen. De koffietentjes, galeries, pop-upwinkels, eetcafés en burgerbars schieten als paddenstoelen uit de grond. ‘De nieuwe Pijp’ klinkt het al en het wemelt hier ineens van de hipsters. Zo’n reisreportage is niet moeilijk te verkopen. En het mooie is dat het maken ervan me niks kost, want ik ben er al. Zodra je de voordeur uitstapt, ben je al op reis.
Masterclass Reisjournalistiek • les 18
Sponsoring & persreizen: hoe werkt het?
Het is met stip het heetste hangijzer binnen de reisjournalistiek: hoe bewaar en bewaak je je onafhankelijkheid in een journalistieke branche die aan elkaar hangt van sponsoring en belangenverstrengeling? Daarover gaat les 18 van de Masterclass Reisjournalistiek.
Sponsoring: een noodzakelijk kwaad
Het is met stip het heetste hangijzer binnen de reisjournalistiek: hoe bewaar en bewaak je je onafhankelijkheid in een journalistieke branche die aan elkaar hangt van sponsoring en belangenverstrengeling? Daarover gaat les 18 van de Masterclass Reisjournalistiek.
Is het je ooit opgevallen dat er in Nederland veel reisreportages worden gepubliceerd over Jordanië? De oorzaak is simpel: Jordanië wordt omringd door brandhaarden en het toerisme lijdt daaronder, terwijl dat een van de belangrijkste inkomstenbronnen van het land is. Reden voor de Jordaanse overheid om regelmatig reisjournalisten uit te nodigen om met eigen ogen te komen kijken hoe veilig het er wel niet is. Sla kranten, tijdschriften en internet er maar op na: het wemelt van de lofzangen op de roze stad Petra en de sprookjeswoestijn Wadi Rum.
Zo wordt er ook vaker geschreven over Zweden dan over Finland. Ook daarvoor is een eenvoudige verklaring: het verkeersbureau van Finland is gevestigd aan de Töölönkatu in Helsinki, dat van Zweden aan de Herengracht in Amsterdam – en dat maakt een persreis toch net wat makkelijker te regelen. Heeft Zweden dan ook meer te bieden, is het land interessanter dan Finland? Niet per se, het ene land heeft gewoon een actievere pr-machine dan het andere. Welke bestemmingen belicht worden in jouw reisreportages, wordt zodoende mede bepaald door die bestemmingen zelf.
De al eerder aangehaalde Code voor de Journalistiek is er duidelijk over: “De journalist neemt geen materiële of immateriële vergoedingen aan die bedoeld zijn berichtgeving te beïnvloeden, te bevorderen of tegen te gaan.” Toch is dat precies wat er gebeurt in de reisjournalistiek; bijna geen reisreportage komt tot stand zonder sponsoring. En de beïnvloeding is evident. Geeft KLM je een businessclass-ticket naar Tokio, dan schrijf je daar niet snel iets lelijks over. Slaap je een week gratis in een vijfsterrenhotel in Seoul, dan vergeet je niet om dat hotel te vermelden.
Is sponsoring een probleem? Ja, want het staat op gespannen voet met je journalistieke plicht om de lezer op een onafhankelijke en betrouwbare manier te informeren. Global Image, het Belgische pr-bureau van KLM, Aruba en Iceland Air, schrijft op haar website: “Een persreis is de ideale tool om een journalist onder te dompelen in uw verhaal. Met een persreis kan je niet enkel een bestemming, vliegmaatschappij of een hotel promoten maar ook uw bedrijf of merk in de kijker zetten.” Voilà: hoe kun je als journalist nog je eigen verhaal schrijven als de sponsor je onderdompelt in zíjn verhaal?
Is sponsoring dan vermijdbaar? Nee. In een ideale wereld wordt de reis van een journalist betaald door de redactie. Maar we leven niet in een ideale wereld, want de redactiebudgetten zijn daarvoor bij lange na niet toereikend. Ook voor een zelfstandig reisjournalist is het onmogelijk om de reiskosten zelf op te hoesten. Sponsoring van reisreportages is dus een noodzakelijk kwaad. Het is goed om dat te beseffen en erover na te denken hoe je daarmee omgaat. Doe je dat op een verantwoorde manier, dan kan het. Want welbeschouwd liggen de belangen van sponsors en reisjournalisten namelijk niet eens zo ver uit elkaar; beiden willen lezers inspireren en enthousiasmeren om op reis te gaan.
Masterclass Reisjournalistiek • les 20
Geld verdienen met schrijven over reizen
Dit is de laatste les, maar misschien had het de eerste les moeten zijn. Immers, je werkt niet louter voor je lol: de schoorsteen moet roken. Geld verdienen met schrijven over reizen kan op duizend-en-een manieren. Les 20 van de Masterclass Reisjournalistiek helpt je op weg.
Wat is je verdienmodel?
Een jaar of veertien geleden, toen ik begon als reisjournalist, was het heel overzichtelijk. Ik pitchte een idee bij een opdrachtgever, ging op reis, schreef mijn verhaal, leverde het in en stuurde er een factuur achteraan. Deed ik dat een paar keer per maand, dan viel er goed van te leven.
Inmiddels is er veel veranderd: de helft van de tijdschriften is verdwenen, de redactiebudgetten van kranten zijn gehalveerd, jonge journalisten staan te trappelen en bieden hun reisreportages aan voor weinig en reisbloggers slingeren hun content gratis op internet. De vraag slinkt terwijl het aanbod toeneemt en dan doet marktwerking de rest. Met veel mazzel werk je nu voor half geld. Het is een stuk moeilijker geworden om je brood te verdienen met schrijven over reizen.
Het vertrouwde verdienmodel van toen – reizen, schrijven, publiceren, factureren – werkt niet meer. Anno nu moet je creatief zijn en alle denkbare inkomstenbronnen aanboren om een belegde boterham te verdienen. Maar wat zijn die bronnen? Teun Gautier, voormalig uitgever van De Groene Amsterdammer en nu journalistieke-innovatie-goeroe, zocht het uit. Hij kwam met een waslijst van 52 bestaande en nieuwe verdienmodellen voor kwaliteitsjournalistiek, variërend van abonnementen en crowdfunding via dataproductie en consultancy tot branded content en advertenties. Volgens Gautier moet de begroting van een journalist niet twee, maar wel 25 van die verdienmodellen bevatten.
Steeds meer journalisten halen hun neus niet meer op voor commerciële opdrachten. Follow The Money, het platform voor financieel-economische journalistiek van voormalig Quote-journalisten Eric Smit en Arne van der Wal, bekostigt geldverslindende onderzoeksjournalistiek met commerciële opdrachten. Sjuul Paradijs en Jan-Kees Emmer, de bij De Telegraaf vertrokken hoofdredacteur en adjunct, richtten Trusted Media op om storytelling te produceren voor bedrijven. En meer in ons eigen straatje: reisjournalist Matthijs Meeuwsen, in 2011 winnaar van de Aad Struijs Persprijs, verkoopt nu journalistiek, fotografie en custom content.
Volgens mij heeft Gautier gelijk. Het traditionele verdienmodel (jij produceert, de opdrachtgever betaalt) voldoet niet meer, het nieuwe verdienmodel (alles gratis) valt niet vol te houden en met het commerciële verdienmodel (de adverteerder betaalt) valt geen onafhankelijke journalistiek te bedrijven. Dan kom je vanzelf uit bij de duizendpootmethode: schraap je inkomsten op veel verschillende manieren bij elkaar. Internet biedt daar in toenemende mate kansen voor. En hopelijk helpt deze les je daar een flink eind mee op weg.